Allemaal aan boord!
Over leersporen, tussenstops en trajecten
Ben je benieuwd naar hoe we in het i-Learn portaal gepersonaliseerd leren invullen? Dat gebeurt met leersporen op maat van elke leerling. In deze blogpost leggen we uit wat leersporen zijn en hoe je ze kan gebruiken om al je leerlingen op hun bestemming te krijgen.
De gemiddelde leerling bestaat niet. Ieder kind komt naar je klas met een eigen set van talenten. Wie een krak is in hoofdrekenen, blinkt niet noodzakelijk uit in spelling. De ene leerling kan veel interesse hebben voor geschiedenis, terwijl de andere warm wordt van fysica.
i-Learn kan je helpen om voor iedereen een traject op maat uit te stippelen, met veel of weinig tussenstops, door verschillende parallelle leersporen te voorzien die aansluiten bij één of meer leerlingen (“groepen” uit eenzelfde klas of klasoverschrijdend samengesteld).
Ze stappen aan dezelfde halte op en hebben dezelfde bestemming, maar moeten daar niet allemaal op hetzelfde tempo of via dezelfde weg naartoe. De leersporen kunnen uiteenlopen op cognitief (voorkennis, leerstijl, leerproces) of affectief (attitudes, motivatie, interesses) vlak.
Leersporencluster voor computationeel denken
In het co-creatietraject heeft ons team van didactisch experts, waarover je in een later blogbericht meer leest, de leerkrachten van pilootschool ‘tvier geholpen bij het aanleggen van leersporen die rekening houden met de verschillen in voorkennis en de mate waarin leerlingen een voorkeur hebben voor abstract denken. In de eerste graad secundair onderwijs behoren digitale competenties tot de transversale eindtermen. Computationeel denken is een belangrijke “21st century skill” waar scholen tegenwoordig terecht veel aandacht aan (willen) besteden. Alleen, hoe pak je dat aan?
Bij elk leerspoor hoort een reeks leeractiviteiten die je kan vergelijken met stations. In de eerste leeractiviteit van de beginners kunnen de basics van het programmeren via een filmpje worden meegegeven, terwijl datzelfde filmpje voor een andere groep leerlingen enkel ter beschikking is als ze een korte theoretische opfrissing zoeken. Beide groepen passen aanvankelijk geïsoleerde programmeerprincipes toe. De gevorderde leerlingengroep heeft misschien al enkele codeerkampjes achter de rug en gaat sneller over naar complexe, geïntegreerde oefeningen.
Merk je als leerkracht dat een leerling niet op het juiste spoor zit? Dan laat i-Learn makkelijk een spoorwissel toe. Aan het einde is er in elk van de drie leersporen een creatieve oefening voorzien waarbij de leerlingen de geziene leerstof vrij kunnen verwerken.
Zelf aan de slag met leersporen
Zie je zo’n gepersonaliseerde aanpak via educatieve technologie wel zitten, maar weet je niet waar te beginnen? Geen nood! In onze didactische scenario’s zal je alle richtlijnen vinden om zelf leersporen te gebruiken en aan te passen zodat ze aansluiten bij jouw context. We overlopen er de leerdoelen, de tools die in de leersporen aan bod komen en de verschillende leerlingengroepen waarop wordt gefocust. Je krijgt er ook tips voor de aanmaak van extra leersporen (bv. voor een groep anderstaligen in je klas) of onderwijstechnologische verrijkingsmogelijkheden voor je lessen rond het betreffende thema (bv. hoe je met een poll voorkennis kan toetsen of hoe je met een digitaal prikbord ideeën kan verzamelen in een brainstorm).
Je staat er trouwens als leerkracht niet alleen voor. Elke i-Learn school mag de nodige opleiding en begeleiding verwachten. Meer informatie over dit professionaliseringstraject vind je in deze blogpost!
Heb je na het lezen van deze blogpost zin gekregen om in je klassen met i-Learn aan de slag te gaan? Vul dan dit formulier in en we nemen contact met je op voor een intakegesprek.