Heeft het onderwijs wel nood aan i-Learn?

11 juni 2020
survey

Met i-Learn zetten we in op digitaal gepersonaliseerd leren, een vorm van leren die plaatsvindt in een digitale leeromgeving. Hierbij past de leeromgeving zich aan aan het niveau van de leerling waardoor de leeractiviteiten op maat van het kind zijn.

Zo’n online portaal bouwen doen we natuurlijk niet zomaar. We willen een duurzaam product ontwikkelen dat breed inzetbaar is. Daarom is het belangrijk dat we rekening houden met de actuele noden binnen het onderwijsveld. Wat vinden leerkrachten van digitaal gepersonaliseerd leren? En zijn ze vragende partij voor een online portaal dat onderwijs op maat kan aanbieden? Welke aspecten mogen dan zeker niet ontbreken in het portaal? En wat zijn mogelijke valkuilen waardoor het portaal haar doel compleet kan missen?

Met deze vragen trokken we in het najaar van 2019 naar een tiental Vlaamse scholen, voor een eerste verkenning van het onderwijsveld. In februari 2020 lanceerden we bovendien een grootschalige bevraging bij alle Vlaamse lagere en secundaire scholen. Op die manier kregen we een nog vollediger beeld van de wensen en noden in het Vlaamse onderwijs. Op de resultaten van de grootschalige bevraging is het nog even wachten, maar we lichten alvast een tipje van de sluier op door jullie de belangrijkste lessen die we uit onze focusgesprekken in het najaar haalden, te presenteren.

Randvoorwaarden

Digitaal gepersonaliseerd leren kan natuurlijk enkel ingezet worden als er aan bepaalde randfactoren voldaan is. Zo moet de school over voldoende hardware beschikken, en dat blijkt momenteel toch de grootste drempel te zijn. De meeste scholen beschikken niet over een toereikend aantal toestellen om digitale educatieve toepassingen op structurele wijze te incorporeren in de les. Dit heeft als gevolg dat laptops en tablets (wegens meer mobiel dan desktops) veelal worden ingezet voor opzoekwerk. Natuurlijk speelt hier het kostenplaatje een grote rol en is ook de juiste technische ondersteuning van belang.

Personalisatie en adaptiviteit als grote troeven

De bevraagde leerkrachten zijn het er allemaal over eens dat het mogelijk moet zijn om het leertraject per leerling te personaliseren. Op het vlak van software merken we dus dat er vooral een grote vraag is naar authoring tools (i.e. software die je helpt om de leercontent aan te passen aan je specifieke noden), online leeromgevingen en learning management tools (i.e. software om de voortgang van een leerling te tracken en leerinhouden aan te bieden).

Leerkrachten willen in de eerste plaats zelf de leerinhouden kunnen aanpassen aan de actuele noden en wensen. Daarbij aansluitend vinden ze online leeromgevingen ook cruciaal aangezien deze omgevingen kwalitatieve inhoud bevatten in verschillende moeilijkheidsgraden, wat toelaat om het leertraject per leerling te personaliseren. Tot slot gaven de participanten ook aan dat learning management tools niet mogen ontbreken omdat ze de mogelijkheid geven om leerinhouden aan te bieden en administratie bij te houden op één overzichtelijke plaats. Dit komt de efficiëntie alleen maar ten goede.

Educatieve toepassingen die adaptief zijn hebben bovendien een streepje voor. Zo gaven de bevraagden aan dat ze binnen een tool zelf het startniveau van de leerling moeten kunnen bepalen, maar dat het wenselijk is dat de educatieve toepassing ook zelf de oefeningen varieert op basis van het behaalde niveau van de leerling.

Helaas zijn ook hier de hoge financiële kosten opnieuw een spelbreker waardoor educatieve technologie nog niet optimaal ingezet wordt. Bovendien kregen we tijdens onze interviews vaak te horen dat software providers momenteel nog te weinig auteurschap aan leerkrachten en scholen geven. De bestaande tools zijn in de praktijk nog te weinig dynamisch, waardoor leerkrachten de tools niet optimaal kunnen personaliseren voor hun eigen school en visie. Daar komt nog eens bovenop dat de integratie van andere applicaties vaak niet mogelijk is. Dit monopolie, waarbij scholen vastzitten aan één enkele aanbieder van educatieve producten, wordt als een groot struikelblok ervaren.

Wanneer willen leerkrachten digitaal gepersonaliseerd leren inzetten?

Leerkrachten beschouwen digitaal gepersonaliseerd leren als breed inzetbaar. Zowel vakgebonden als vakoverschrijdend zien ze er heil in. Vanzelfsprekend is een kwaliteitsfilter dan wel van essentieel belang: niet alle educatieve toepassingen op de markt zijn even kwaliteitsvol. Bovendien is er in sommige vakgebieden (vb. chemie en fysica) een tekort aan nuttige vakgebonden applicaties.

Digitale toepassingen kunnen bovendien zowel vóór de les, tijdens de les als na de les inzetbaar zijn. Allereerst kunnen leerkrachten dankzij learning analytics (i.e. het verzamelen en analyseren van data over leerlingen) vóór de les een gepersonaliseerd stappenplan creëren dat aangepast is aan het niveau van de leerling. Ten tweede zijn digitale tools ook tijdens de les multi-inzetbaar: instructie van nieuwe leerinhouden, inoefenen van leerstof, communicatie met leerlingen, feedback, enz. Tot slot komt na de les vooral het voordeel van digitale toepassingen als communicatiemiddel naar voren. Leerlingen kunnen dan thuis oefeningen maken en vragen stellen aan de leerkracht. Belangrijke toevoeging is echter wel dat het niet de bedoeling kan zijn dat leerlingen thuis extra werk toegestuurd krijgen.

Coaching en ondersteuning van leerkrachten

We hebben natuurlijk niet enkel aandacht geschonken aan de inhoud en de mogelijkheden van digitale applicaties en leeromgevingen. Een tool mag dan nog zo goed zijn, als de leerkracht er niet efficiënt mee kan werken, mist de educatieve toepassing volledig haar doel.

Uit onze focusgesprekken blijkt dat er een grote vraag is naar de ondersteuning van leerkrachten bij het implementeren van een digitale leeromgeving. Deze ondersteuning kan verschillende vormen aannemen: helpdesk, workshops, instructiefilmpjes, online handleidingen, FAQ, enz. Met behulp van de nodige ondersteuning zien leerkrachten de implementatie van digitaal gepersonaliseerd leren volledig goed komen.

Conclusie

Met i-Learn lijken we dus op de goede weg te zijn. We zijn volop bezig met de ontwikkeling van het prototype van ons online, adaptief portaal én de bijhorende professionalisering. De resultaten van beide bevragingen worden – samen met de input van onze pilootscholen – meegenomen in de verdere ontwikkelingen. Zo kunnen we samen met het onderwijsveld aan de leeromgeving van de toekomst werken.

Wil je graag meer details over de inhoud van de focusgesprekken? Het volledige rapport kan je hier lezen.